donderdag 28 januari 2016

Erdogan: war on democracy

Terwijl het Midden-Oosten in brand staat hebben de Europese lidstaten zich in een coalitie verenigd met het bevriende Turkije. Samen bombarderen ze IS, terwijl er miljoenen vluchtelingen richting buurlanden vluchten. Erdogan grijpt deze mobilisatie van zijn leger echter niet alleen aan om IS aan te pakken, maar probeert nu ook in eigen land schoon schip te maken.

Sinds de democratische overwinning van de linkse partij HDP (Democratische Partij van de Mensen) is Erdogan de absolute meerderheid van zijn rechtse AKP kwijt. Sindsdien voert hij een propagandaoorlog tegen HDP, die volgens hem gerund zou worden door terroristen. Volgens Erdogan – zoals hij zei in zijn televisietoespraak afgelopen zondag - waren de aanvallen op de Koerden dan ook nooit gebeurd als hij alle stemmen had gehad. Erdogan gebruikt de PKK als politieke speelbal om HDP te criminaliseren, door constant de HDP te vergelijken met de PKK, waar juist de HDP afstand van neemt. Op deze manier wilt hij bij de komende verkiezingen weer een absolute meerderheid halen en een presidentieel systeem invoeren, met een dusdanig systeem verminderd hij de macht van het parlement en zorgt hij voor een grotere macht bij de president, in persoon van hemzelf.
Die propagandaoorlog is echter omgeslagen in een echte oorlog. Meer dan honderd bureaus van HDP zijn aangevallen door zwaarbewapende mannen. In zo’n vijftig steden waar deze partij een politieke overwinning behaalde werden aanslagen gepleegd door het Turkse leger. AKP-aanhangers vallen samen met de nationalistische beweging 'Grijze Wolf' Koerden aan. Koerdische winkels worden in brand gestoken en vernield en telkens zijn er geen ordetroepen van de politie om de Koerden te beschermen. HDP roept op tot vrede, maar hier trekken de AKP-aanhangers zich niets van aan.
Erdogan zegt bezig te zijn met een war on terror. Maar volgens mij is hij bezig met een war on democracy. Als je het mij vraagt, dan wint die democratie altijd. Solidariteit met onze broeders en zusters van HDP!

ROOD tegen Racisme

Elke vijf jaar brengt het VN-comité voor de Uitbanning van Rassendiscriminatie een rapport uit. In dat rapport worden aanbevelingen gedaan aan verschillende landen om racisme tegen te gaan. Het meest recente rapport kwam een aantal weken geleden uit en had voor Nederland verschillende aanbevelingen. Zo moet volgens het rapport de Nederlandse regering er onder andere voor zorgen dat Zwarte Piet verandert. Daarnaast wordt de Nederlandse regering aanbevolen een actieplan te maken, bijvoorbeeld omdat er etnisch geprofileerd wordt bij de politie. Ook zouden er meer mensen uit etnische minderheidsgroepen bij justitie en politie moeten werken en zou er meer gedaan moeten worden tegen racistisch pestgedrag op scholen.


ROOD kan zich vinden in het VN-rapport. Na een aantal acties weten we dat dit onder veel Nederlandse jongeren speelt en dat de problemen die geschetst worden ook serieuze problemen zijn. Door het comité wordt de Nederlandse regering een afwachtende houding verweten. Iets wat natuurlijk wel klopt: de regering had in het verleden meer moeten en kunnen doen om racisme en discriminatie te voorkomen en zal daar in de toekomst ook meer werk van moeten maken. Het probleem zien we terug in bijvoorbeeld discriminatie op de arbeidsmarkt, een bestaand fenomeen waar bijna niets aan gedaan wordt. Om dit soort rapporten kunnen we niet heen. De Nederlandse regering doet dat echter wel.
Racisme en discriminatie vinden hun oorsprong in een klassenstrijd, waarin hele groepen in de samenleving onderdrukt worden. Racisme wordt gebruikt om mensen van dezelfde klasse tegen elkaar uit te spelen, terwijl juist in de onder- en middenklasse geen tweesplijt moet zijn. De schoonmakers hebben laten zien dat we juist samen kunnen en moeten strijden voor gelijkwaardigheid en respect. 
In Nederland worden jongeren van een andere etniciteit nog steeds geweigerd in het uitgaansleven, maak je als allochtoon minder kans op de arbeidsmarkt en word je niveau op school lager ingeschat. Asscher spreekt mooie woorden, maar maakt weinig waar. Zo zien we dat ook weer doordat het VN-rapport genegeerd wordt. Racisme heeft geen plaats in Nederland. Wij zullen samen actievoeren voor gelijkwaardigheid en respect tot het laatste sprankje racisme de wereld uit is geholpen. 

Bussemaker: studenten zijn te dom voor democratie


Minister Bussemaker van Onderwijs doet in een interview met HOP een aantal opmerkelijke uitspraken. Zo zegt ze dat Engelse studenten nog minder te zeggen hebben dan Nederlandse, dus studenten hier moeten maar tevreden zijn. Verder is het besturen van een universiteit volgens Bussemaker veel te ingewikkeld voor studenten en is democratie dodelijk voor de universiteit. Dat is natuurlijk klinkklare onzin.


In het interview staat met grote letters: "De SP wil dat studenten het college van bestuur gaan kiezen. Als je nou echt instellingen snel om zeep wil helpen, moet je dat doen." Die eerste zin is zeker correct: de SP en ROOD geloven in democratie. Niet in medezeggenschap, maar in echte zeggenschap. Dat geldt niet enkel voor universiteiten, maar ook voor de zorg en voor bedrijven. Van de tweede zin uit de quote is echter bijzonder weinig waar. Echte zeggenschap van studenten en docenten zorgt juist voor beter bestuur en meer betrokkenheid. Dat studenten een universiteit om zeep zouden helpen, is nergens op gebaseerd.
Wij geloven dat de universiteit uiteindelijk van en voor studenten en docenten is. En dat hoe onze zorg in elkaar zit, bepaald moet worden door de verplegers, artsen en patiënten. Dat de arbeiders in de fabriek democratisch mee moeten beslissen over het bedrijf waar ze werken. Wij geloven dat mensen dat kunnen. Dat de SP de partij is waar je moet zijn als je voor democratie op de universiteit bent, heeft Bussemaker goed gezien. Maar haar wantrouwen naar studenten toe is onterecht en arrogant. Daarom is onze strijd nog lang niet afgelopen: we gaan met zijn allen door, tot de universiteit van de studenten en docenten is, tot de fabriek van de arbeiders is en tot democratie ook echt democratie is. Democratie van de mensen en geen democratie van het geld.